Wat heeft het gekost?

6.1 Samenkracht en burgerparticipatie

6.2 Toegang en eerstelijnsvoorzieningen

6.3 Inkomensregelingen

6.4 WSW en beschut werk

6.5 Arbeidsparticipatie

6.6 Maatwerkvoorzieningen (WMO)

6.71a Huishoudelijke hulp (WMO)

6.71b Begeleiding (WMO)

6.71c Dagbesteding (WMO)

6.71d Overige maatwerkarrangementen (WMO

6.72a Jeugdhulp begeleiding

6.72b Jeugdhulp behandeling

6.72c Jeugdhulp dagbesteding

6.72d Jeugdhulp zonder verblijf overig

6.73a Pleegzorg

6.73b Gezinsgericht

6.73c Jeugdhulp met verblijf overig

6.74a Jeugd behandeling GGZ zonder verbl

6.74b Jeugdhulp crisis/LTA/GGZ-verblijf

6.74c Gesloten plaatsing

6.81a Beschermd wonen (WMO)

6.81b Maatschappelijke- en vrouwenopvang

6.82a Jeugdbescherming

6.82b Jeugdreclassering

7.1 Volksgezondheid

TV 6.1 Samenkracht en burgerparticipatie: Gemeentelijke opvang Oekraïense vluchtelingen

Voor de opvang van ontheemden uit Oekraïne wordt de gemeente gecompenseerd. Alle kosten die voortvloeien uit deze opvang kunnen ruimschoots worden gedekt uit deze compensatie. Wat uiteindelijk niet wordt besteed komt ten gunste van het saldo.

TV 6.1 Samenkracht en burgerparticipatie: specifieke uitkering onderwijsroute

Voor de inkoop van onderwijstrajecten van inburgeringsplichtigen ontvangen we een specifieke uitkering van het Rijk. Deze baten waren niet goed begroot, waardoor nu een voordeel ontstaat.

TV 6.1 Samenkracht en burgerparticipatie: Kindpakket

Door personele ontwikkelingen is het budget niet volledig ingezet. Daarnaast is gebleken dat door een stijging van de kosten van zwemlessen, de vergoeding vanuit het kindpakket onvoldoende was om een diploma te behalen. Hierdoor mochten kinderen die een beroep deden op het kindpakket geen zwemlessen volgen. In 2024 zijn de budgetten voor zwemlessen verhoogd en zal er weer volledig aanspraak gemaakt worden op het begrote budget.

TV 6.1, 7.1 en 5.1 Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA)

Vanuit het Rijk krijgen we middelen voor de uitvoering van het Gala. Deze middelen hebben we in 2023 grotendeels ingezet voor taken waarvoor we al budget in de begroting hadden opgenomen. Omdat we de definitieve toekenning pas laat in het jaar hebben gekregen, konden we deze niet in de begroting verwerken.

TV 6.2 Toegang en eerstelijnsvoorzieningen: Drang / preventief justitieel kader

De onderuitputting komt doordat we geen trajecten op dit gebied hebben hoeven inzetten in 2023.

TV 6.1, 7.1: Integraal zorgakkoord (IZA)

Vanuit het IZA hebben we een bijdrage gekregen voor zorgtaken die door de gemeente worden bekostigd en die een regionaal karakter hebben. Doordat we de bijdrage pas in december kregen, konden we hier in 2023 geen nieuwe taken voor oppakken of dit in de begroting verwerken. We hebben hier taken voor gefinancierd waarvoor al budget in de begroting was opgenomen.
In 2023 is het wel mogelijk om zorgtaken te bekostigen die we normaal vanuit reguliere budgetten uitvoeren. Voor 2024 gaan we deze budgetten aan niet-reguliere taken uitgeven.

TV 6.3 Inkomensregelingen: Energietoeslag

De bijdrage die we van het Rijk kregen voor de energietoeslag werd, als onderdeel van de algemene uitkering, pas bekend gemaakt in de decembercirculaire 2023. Die bijdrage kon daarom toen niet meer worden opgenomen in onze begroting 2023. De bijdrage van het Rijk wordt op een ander taakveld (0.7 algemene uitkering) verantwoord. Daar ontstaat dan ook een voordeel.
Per saldo kunnen deze bedragen tegen elkaar worden weggestreept (waardoor er feitelijk geen tekort is).

TV 6.3 Inkomensregelingen: Uitkeringen participatiewet

We begroten jaarlijks (vooraf) hoeveel geld we nodig denken te hebben voor de bijstandsuitkeringen.
Voor 2023 hebben we ruim € 650.000 minder begroot aan uitgaven uitkeringen, dan het geld dat we hiervoor kregen van het Rijk.
Maar we gaven in 2023 meer geld uit aan bijstandsuitkeringen dan voorzien.
Belangrijkste reden is het feit dat het Rijk onze taak om nieuwe statushouders te huisvesten, fors verhoogde.
Dit leidde tot ruim 20 meer (nieuwe) bijstandsuitkeringen, in vergelijking met voorgaande jaren.
Het overschot op het Rijksbudget over 2023 is daardoor minder dan vooraf werd begroot.

TV 6.3 Inkomensregelingen: Debiteuren werk en inkomen

De openstaande debiteuren van diverse regelingen zijn bekeken en met een doorrekenmodel afgewogen. Hieruit blijkt welk gedeelte we verwachten daadwerkelijk te ontvangen. In 2023 is het bedrag aan vorderingen afgenomen. Dit komt vooral doordat een aantal debiteuren met hoge bedragen buiten invordering zijn gesteld.
Daarnaast neemt de voorziening dubieuze debiteuren werk en inkomen toe. Dit komt met name door de verkorte termijn waarde WSNP kan worden toegepast.

TV 6.71a Huishoudelijke hulp (Wmo)

Bij de 2e burap is al rekening gehouden met een ophoging van de kosten. Er is een lichte stijging van het aantal unieke cliënten, een stijging van de uitnutting en een stijging van het bedrag per cliënt.

Door een te laat opgemerkte achterstand in ons managementsysteem, hebben we niet de volledige kostenstijging in de 2e burap op kunnen nemen.

Het aantal cliënten stijgt wel minder hard dan in de afgelopen jaren. Dat heeft te maken met 2 factoren:
-de aanzuigende werking als gevolg van het abonnementstarief zal wellicht over de top zijn nu
-de inzet van de huishoudcoach maakt dat er ten opzichte van de oorspronkelijke vraag bij de toegang een ombuiging is van 40% op wat er uiteindelijk kwantitatief en kwalitatief wordt ingezet.
Dat er desondanks een verhoging van de kosten huishoudelijke ondersteuning is, heeft te maken met het effect dat cliënten steeds langer zelfstandig thuis wonen en daarbij de complexiteit van de hulpvraag ook toeneemt.

TV 6.71b Begeleiding (Wmo)

Het aantal cliënten is niet noemenswaardig gestegen afgelopen jaar. Het aantal cliënten dat gebruik maakt van dagbesteding is gelijk gebleven.
Er is bij begeleiding een lichte stijging van het totale uitnuttingspercentage ten opzichte van 2022. Die stijging zit vooral in de en niet in de dagbesteding. Ook het uitnuttingspercentage dagbesteding blijft vrijwel gelijk.
Gemiddeld genomen zijn de kosten per cliënt voor begeleiding (inclusief dagbesteding) licht gestegen ten opzichte van 2022.
De lichte stijging zit ook in de uitnutting bij gespecialiseerde begeleiding .
Verder is er sprake van een kostenstijging van gespecialiseerde begeleiding per cliënt per jaar.

TV 6.72d: Jeugdhulp zonder verblijf overig: Jeugdvervoer

In de oude taakveldverdeling werd gecontracteerd en niet-gecontracteerd jeugdvervoer verrekend. Nu vallen deze onder twee verschillende taakvelden, waardoor dit tekort zichtbaar wordt. Ook zien we een lichte toename in het aantal jeugdigen wat gebruik maakt van Jeugdvervoer.

TV6.6 en 6.72d: Aanvullende kosten serviceorganisatie Jeugd/Wmo Regio Rivierenland

Als gevolg van een bezwaarprocedure in het aanbestedingsproces voor de nieuwe inkoop Wmo/jeugd zijn er extra kosten gemaakt door de serviceorganisatie regio rivierenland.

TV 6.72a,b,c,d; 6.73a,b,c; 6.74 a,b,c Jeugdhulp

De budgetoverschrijding op de verschillende budgetten Jeugdhulp kan worden verklaard door een te ruime aframing in de 2e Burap en daarnaast het opsplitsen van taakveld 6.72 naar tien afzonderlijke taakvelden, waardoor afwijkingen zichtbaar zijn geworden die eerder binnen het taakveld werden opgevangen.

Overige verschillen