Inleiding
De voorschriften uit het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) vormen het kader voor de grondslagen voor waardering en resultaatbepaling. De jaarrekening stellen we op met inachtneming van deze voorschriften. Alle aanpassingen en aanvullingen van het BBV tot en met 31 december 2023 verwerkten we in deze grondslagen.
Algemene grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening
De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vindt plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij het desbetreffende balansonderdeel anders is vermeld, nemen we de activa en passiva op tegen nominale waarden. De baten en lasten rekenen we toe aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Baten en winsten nemen we alleen voor zover zij op de balansdatum zijn gerealiseerd. Met verliezen en risico's die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar, houden we rekening indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn. Dividendopbrengsten van deelnemingen nemen we als bate op het moment waarop het dividend betaalbaar wordt gesteld.
Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Als gevolg van het verbod op het opnemen van voorzieningen c.q. schulden uit hoofde van jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume worden sommige personele lasten echter toegerekend aan de periode waarin uitbetaling plaatsvindt. Daarbij bedoelen we componenten zoals ziektekostenpremie voor gepensioneerden, overlopende vakantiegeld- en verlofaanspraken etc.
Voor arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van een jaarlijks vergelijkbaar volume vormen we geen voorziening of nemen we op andere wijze een verplichting op. De referentieperiode is vier jaar conform de meerjarenraming. Indien er sprake is van (eenmalige) schokeffecten (reorganisaties) vormen we wel een verplichting of voorziening.
Balans
Hierna leest u een nadere toelichting per onderdeel van de balans.
Vaste activa
Investeringen met economisch nut
De materiële vaste activa waarderen we tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Specifieke investeringsbijdragen van derden brengen we op de desbetreffende investering in mindering. In die gevallen schrijven we op het saldo af.
Investeringen worden vanaf het moment van ingebruikneming lineair afgeschreven op basis van de verwachte gebruiksduur. We houden hierbij rekening met een eventuele restwaarde. Op grondbezit met economisch nut (buiten de openbare ruimte) wordt niet afgeschreven.
Waardering gemeentehuis.
Het gemeentehuis aan de Wetering 1 te Maurik is in 2023 verkocht. De jaarlijkse taxatie hoeven we niet meer te doen. De bijbehorende reserve en voorziening zijn nihil en heffen we op per 31-12-2023.
Vlottende activa
Voorraden
De als “onderhanden werken” opgenomen bouwgronden in exploitatie zijn gewaardeerd tegen de vervaardigingsprijs, dan wel de lagere marktwaarde. De vervaardigingsprijs omvat de kosten die we rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen toerekenen, bijvoorbeeld grondaankopen, kosten van bouw- en woonrijp maken en de administratie- en beheerskosten.
We waarderen de als "gereed productie en handelsgoederen" opgenomen bouwgronden Hooghendijck zoals overeengekomen in de verkoopovereenkomst. Het verlies is verwerkt in 2015 toen we de grond verkochten.
Tussentijdse winstneming (voorraden)
Bij het stelsel van baten en lasten zoals geformuleerd in het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) zijn het toerekeningsbeginsel, het voorzichtigheidsbeginsel en het realisatiebeginsel essentiële uitgangspunten. Baten, lasten en het daaruit vloeiende resultaat rekenen we toe aan de periode waarin deze zijn gerealiseerd. Bij meerjarige projecten betekent dit dat we (de verwachte) winst niet pas aan het eind van het project als gerealiseerd beschouwen, maar gedurende de looptijd van het project tot stand komt en ook als zodanig verantwoorden.
Het verantwoorden van tussentijdse winst (de POC-methode) is daarmee geen keuze maar een verplichting die voortvloeit uit het realisatiebeginsel. Bij het bepalen van de tussentijdse winst is het wel noodzakelijk de nodige voorzichtigheid te betrachten. Zowel het realisatiebeginsel als het voorzichtigheidsbeginsel komen tot uitdrukking in de vereiste voorwaarden voor de POC-methode:
- het resultaat op de grondexploitatie kan betrouwbaar worden ingeschat; én
- de grond (of het deelperceel) moet zijn verkocht; én
- de kosten zijn gerealiseerd (winst wordt naar rato van de realisatie gerealiseerd).
Voorziening verwachte verliezen
Voorzieningen waarderen we op het nominale bedrag van de betrokken verplichting c.q. het voorzienbare verlies.
Vorderingen en overlopende activa
De vorderingen waarderen we tegen nominale waarde. Voor de verwachte oninbaarheid is een voorziening opgenomen die in de balanstelling in mindering gebracht is op de vorderingen. De voorziening wordt bepaald op basis van de geschatte inningskansen.
We ontvangen voorschotbedragen van de Europese Unie, het Rijk en overige Nederlandse overheidslichamen. Dit betreft voorfinanciering op uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel. Deze verantwoorden we onder de overlopende activa.
Liquide middelen en overlopende posten
Deze activa nemen we tegen nominale waarde op.
Vaste passiva
Vaste schulden waarderen we tegen de nominale waarde verminderd met gedane aflossingen. De vaste schulden hebben een rente-typische looptijd van één jaar of langer.
De onderhoudsvoorzieningen stoelen op een meerjarenraming van het uit te voeren groot onderhoud aan (een deel van) de gemeentelijke kapitaalgoederen. In de paragraaf “onderhoud kapitaalgoederen” in het jaarverslag hebben we het beleid nader uiteengezet. De pensioenverplichting voor de wethouders waarderen we op de contante waarde van de (reeds opgebouwde) toekomstige uitkeringsverplichtingen.
Vlottende passiva
De vlottende passiva waarderen we tegen nominale waarde tenzij anders vermeld. Onder de vlottende passiva nemen we afzonderlijk op de netto-vlottende schulden, met een rente-typische looptijd korter dan één jaar en de overlopende passiva.